Ons brein is de hele dag bezig prikkels te verwerken. Bijna iedereen kan wel een situatie noemen waar alle informatie die elke dag op je af komt even te veel wordt. Het voelt alsof je niet helder kan denken om alles goed op een rijtje te zetten en te zien wat de volgende stap is… een moment van overprikkeling.
Een prikkel is een stukje informatie dat binnenkomt via onze zintuigen. Die informatie kan van buiten komen zoals alles wat we zien, horen, voelen, ruiken, en proeven (externe prikkels), maar kan ook van binnen komen zoals pijn, gedachten, gevoelens en emoties (interne prikkels). Normaal filteren de hersenen de informatie die binnenkomt op relevantie, en komt dus alleen dat binnen wat belangrijk is. Bij overprikkeling worden prikkels niet goed verwerkt. Je kunt dan veel meer prikkels ervaren dan normaal of het kost meer moeite om prikkels te verwerken. Kortom de filter lijkt niet goed te werken.
Mensen met overprikkeling kunnen klachten hebben zoals hoofdpijn, vermoeidheid, stress, verminderde concentratie, slaapproblemen, onrust, en het overlopen van emoties (Hersenstichting - Overprikkeling). Bij sommige mensen leidt dit zelfs tot tijdelijke uitvalsverschijnselen, koorts, overgeven of een epileptische aanval. Iedereen kan overprikkeling ervaren, maar mensen die niet aangeboren hersenletsel (NAH) opgelopen hebben, hebben er vaker last van. Ook bijvoorbeeld bij migraine, burn-out, chronische pijn en depressie komt het voor.
Mensen variëren in hun prikkelgevoeligheid. De een kan zich goed afsluiten voor externe prikkels en kan daardoor goed focussen op die ene taak. Weer iemand anders vindt het heerlijk om geroezemoes en mensen om zich heen te hebben, snel te schakelen tussen verschillende onderwerpen en met drie dingen tegelijk bezig te zijn, terwijl iemand anders juist graag weinig prikkels wil en de stilte opzoekt. Ieder brein is anders en verwerkt nieuwe informatie op zijn eigen manier.
De oorzaken van overprikkeling zijn nog onbekend. Wel zijn er theorieën over de mechanismen die erachter schuilen. Een van die ideeën is dat de drempelwaarde om dingen waar te nemen verlaagd is. Daardoor treedt er een verhoogde gevoeligheid op. Je hersenen reageren eerder en daardoor op meer prikkels.
Een ander mogelijk onderliggend mechanisme is dat de hersenen falen in het juist samenvoegen van zintuiglijke informatie die bij elkaar hoort. Een prikkel die je eigenlijk als één zou moeten ervaren, ervaar je nu als twee losstaande prikkels. Daardoor worden je hersenen als het ware overladen met informatie.
Een andere theorie is dat je aandachtsfilter niet correct werkt. Als je je aandacht richt op iets, zorgt dat ervoor dat je andere informatie blokkeert en minder goed waarneemt. Als het aandachtsfilter niet goed werkt, komt alle informatie gelijktijdig en even intens binnen. Een ander idee is, misschien wel de andere kant van dezelfde medaille, dat als je je aandacht te veel richt op prikkels die niet relevant zijn, dat je niet meer filtert op prikkels die er altijd zijn, die al eerder irrelevant bleken, en die dus niet je aandacht nodig hebben. Kortom je brein weet niet te kiezen tussen wat belangrijk is en wat niet. Mogelijk spelen ook gevoeligheid voor stress, omgevingsfactoren en je persoonlijkheid een rol in deze processen.
Onderprikkeling is juist het tegenovergestelde van overprikkeling. Het brein krijgt te weinig prikkels; sleur, te veel routine, te weinig uitdaging, afwisseling en vernieuwing kunnen een oorzaak zijn van onderprikkeling (wordt ook bore-out genoemd). Ook kan het zijn dat je brein iets te enthousiast nieuwe prikkels wegfiltert en ze als ‘niet nieuw’ en ‘onbelangrijk’ bestempelt, waardoor je ze niet meer waarneemt.
Vanuit evolutionair oogpunt is ons brein getraind op het detecteren van nieuwe informatie die via de zintuigen binnen komt. Daardoor helpt het bij onderprikkeling om juist de zintuigen te gebruiken en extra prikkels aan te bieden.
Ons brein heeft prikkels nodig om verbindingen tussen zenuwcellen te maken, te behouden en te versterken. Dit noem je activiteit gedreven plasticiteit. Die versterkte verbindingen zorgen ervoor dat de informatieoverdracht van zenuwcel naar zenuwcel efficiënter en sneller verloopt in het brein. Volgens het principe use-it-or-lose-it, gaan functies die niet gebruikt worden ook langzaam verloren doordat de verbindingen tussen zenuwcellen verzwakken en de informatieoverdracht minder efficiënt verloopt. Zo kun je je brein trainen door handelingen te herhalen. Dit is ook hoe we dingen leren en opslaan in ons lange termijn geheugen. En zo vergeet je ook weer dingen die niet echt belangrijk meer zijn.
Plasticiteit van je hersenen is belangrijk, want het zorgt ervoor dat je om kunt gaan met veranderingen in je omgeving. Het zorgt er ook voor dat steeds de maximale capaciteit van je brein gebruikt wordt voor dat wat je op dat moment nodig hebt om te kunnen bestaan.
Het komt er dus op neer de juiste balans te vinden tussen over- en onderprikkeling. Over- of onderprikkeling herkennen is niet altijd even makkelijk. Bij overprikkeling merk je wellicht dat je gevoeliger bent voor licht, geluiden en/of geur, je bent meer moe, sneller boos of geïrriteerd, je wordt sneller emotioneel, je hebt last van hoofdpijn en wellicht lijkt het alsof het meer moeite kost om nieuwe informatie in je op te nemen. Soms heb je moeite met denken, ben je sneller vergeetachtig, of lukt het niet goed je te concentreren.
Onderprikkeling kan je juist herkennen door verveling, somberheid, uitstelgedrag, lusteloosheid, gebrek aan inspiratie en motivatie, het gevoel een buitenstaander te zijn, maar ook, net als bij overprikkeling, door verminderde concentratie, vermoeidheid, onrust, slaapproblemen en stress.
Het is voor iedereen heel persoonlijk wat werkt of wat niet werkt om deze balans te vinden. Voor de een is dat een rustige omgeving opzoeken, mediteren of yoga doen, terwijl iemand anders graag met zijn ogen dicht op de bank ligt en muziek luistert (lees hier en hier voor meer tips om overprikkeling te voorkomen).
Om onderprikkeling te voorkomen kun je routines doorbreken, een nieuwe uitdaging aangaan, zoals van baan wisselen, een nieuwe taal leren, een nieuwe sport gaan doen, of gaan reizen (lees hier meer tips om onderprikkeling te voorkomen).
De routes van Fietslabyrint hebben prikkelniveaus. Deze prikkelniveaus geven aan hoe druk een route is en hoeveel prikkels er op mensen af komen als ze met Fietslabyrint fietsen. Je vindt deze prikkelniveaus in het hoofdscherm van de route, aangegeven door de drie poppetjes linksboven de route naam: 1 poppetje geeft een rustige route aan met weinig prikkels (bijv. een natuurroute)), 3 poppetjes geeft een drukke route aan met veel prikkels (bijv. een wereldstad zoals New York).
De nieuwe softwareversie van Fietslabyrint heeft ook een functie om al vooraf routes met een bepaald prikkelniveau te selecteren voor de routebalk in het hoofdmenu. Je vindt deze optie in het instellingen menu rechtsboven (tandwiel icoon), onder instellingen, routebalk instellingen, Prikkelniveau. Zo kun je makkelijk het juiste prikkelniveau vooraf instellen voor je cliënten.