Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaak moeite om te starten met bewegen (akinesie) en kunnen tijdens het lopen soms plotseling bevriezen, waardoor zij niet meer verder kunnen lopen. Toch blijkt juist beweging een positief effect te hebben. Een collectief van onderzoekers uit Nijmegen, Radboud Universitair Medisch Centrum, onderzochten de literatuur naar het effect van een gezonde levensstijl, beweging en fietsen op de ziekte van Parkinson.
Dopamine levels zijn verlaagd in de hersengebieden die betrokken zijn bij bewegingen (i.e. basale ganglia), omdat de zenuwcellen die het van nature aanmaken langzaam kapot gaan in mensen die Parkinson hebben. Door te weinig dopamine worden signalen in de hersenen niet of niet goed doorgegeven. Ook andere hersencellen en stoffen in de hersenen werken minder goed. Dit zorgt ervoor dat de verbindingen tussen de hersengebieden die beweging aansturen minder goed werken. Uiteindelijk zorgt dit ervoor dat bewegen moeilijker wordt. Het is nog onduidelijk waarom de hersencellen die dopamine maken afsterven en waardoor de ziekte ontstaat, al weten we wel dat het in sommige gevallen erfelijk kan zijn. Dit ontbreken van deze signalen kan zich uiten in hele vervelende symptomen zoals:
Vaak zijn mensen al langer ziek zonder dat ze het weten voordat de klinische symptomen zichtbaar worden en de diagnose wordt gesteld. Het is juist in deze vroege fase waar leefstijl interventie strategieën mogelijk het meest effectief zijn. De bovengenoemde symptomen variëren echter sterk tussen mensen met de ziekte van Parkinson. Niet elk individu met Parkinson is hetzelfde en daarom is een persoonlijke aanpak voor patiënten enorm belangrijk.
Op dit moment is er nog geen remedie. Wel kunnen de symptomen enigszins onderdrukt worden met een medicijn dat L-DOPA heet, wat dopamine aanvult in het brein en kunnen paramedische disciplines zoals fysiotherapie, oefentherapie, diëtetiek, logopedie, ergotherapie en de parkinsonverpleegkundige een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven bij mensen met de ziekte van Parkinson.
Steeds meer bewijs duidt erop dat voldoende bewegen kan helpen bij de ziekte van Parkinson. Niet alleen is voldoende bewegen in verband gebracht met een verlaagd risico op het ontwikkelen van de ziekte, bewegen helpt ook als je al de ziekte van Parkinson hebt. Tijdens dierexperimenteel onderzoek bleek dat bewegen zorgt dat er nieuwe verbindingen tussen de zenuwcellen worden gemaakt (neuroplasticiteit). Die nieuwe verbindingen zorgen ervoor dat zenuwcellen beter met elkaar kunnen communiceren en dat de informatieoverdracht efficiënter gaat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je nieuwe dingen leert of herinneringen opslaat, maar ook als er zenuwcellen kapot gaan of niet meer goed werken, zoals dat het geval is bij de ziekte van Parkinson. Dan spreken we van adaptieve neuroplasticiteit. Het brein probeert dan via een omweg ervoor te zorgen dat het altijd kan functioneren en er dus geen functieverlies optreedt.
Daarnaast laten grote klinische studies zien dat bewegen kan helpen met het stabiliseren van de ziekte en dit zorgt weer voor een verbeterde kwaliteit van leven.
Bewegen is een erg toegankelijke interventiestrategie, want het risico op complicaties is aanvaardbaar laag en door bewegen in een spelvorm te doen (i.e. exergaming = ‘exercising’ en ‘gaming’) is het ook nog leuk en vol te houden. Technologie zorgt ervoor dat mensen laagdrempelig thuis kunnen bewegen en dat hun activiteiten gemonitord kunnen worden door bijvoorbeeld een geleidende fysiotherapeut of arts.
De onderzoekers bespreken dat twee grote klinische studies die bewegen als interventie ingezet hebben, laten zien dat met name aerobe beweging naast medicatie, een aanvullende methode kan zijn om de ziekte te stabiliseren. Twee belangrijke studies die hier genoemd worden zijn de Park-in-Shape en de Study in Parkinson Disease of Exercise (SPARX) studies. Aerobe beweging is een manier van bewegen met lage of hoge intensiteit, dat aerobe (= zuurstof vergende) energie processen aanspreekt in het lichaam. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt door een reeks van lichte tot gemiddeld intense activiteiten voor een langere tijd te doen, zoals fietsen met weerstand. Voorlopige data en hersenscans van deelnemers van de studies, laten zien dat regelmatig aeroob bewegen de verbindingen tussen hersengebieden in de basale ganglia kan stabiliseren. Deze bevindingen sluiten aan bij dierexperimenteel onderzoek. Het precieze mechanisme in mensen is nog niet opgehelderd, maar enkele hypotheses worden in de studies besproken.
Andere onderzoeken (zoals het onderzoek door Marianne Tiihonen, Britta U. Westner, Markus Butz en Sarang S. Dalal) keken specifiek naar het effect van fietsen op de ziekte van Parkinson. De auteurs concluderen dat fietsen gunstige effecten heeft op de motorische prestaties van patiënten, in mindere mate op de cognitieve prestaties, maar dat het over het algemeen de kwaliteit van leven van patiënten met de ziekte van Parkinson ten goede kwam. Zo kan Fietslabyrint een ideaal middel zijn om beweging niet alleen mogelijk, maar ook leuk te maken voor mensen met de ziekte van Parkinson. Naast dat het positieve effecten heeft is fietsen ook een vorm van beweging die voor veel patiënten nog mogelijk is, ondanks de tremor of bevriezen (onderzoek door Anke H Snijders, Mirjam van Kesteren, Bastiaan R. Bloem).