Motivatie en gedragsverandering. Hoe pak je dat aan?

Iedereen weet ergens wel dat we gezond moeten eten, stress moeten vermijden, voldoende moeten slapen en genoeg moeten bewegen. Waarom is het dan toch zo moeilijk om nieuw gedrag aan te leren en nog belangrijker, om het vol te houden? We leggen het hier aan de hand van de zelfbeschikkingstheorie (Engels: ‘Self determination theory’) uit Deci & Ryan, Book: Intrinsic Motivation and Self-Determination in Human Behavior 1985, Deci & Ryan 1987.

Intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie

Bij intrinsieke motivatie gaat het juist om een gevoel dat diep vanuit jezelf komt. Het hoeft niet meteen iets op te leveren, maar is gebaseerd op interesse, nieuwsgierigheid en/of het beleven van plezier en voldoening door de activiteit zelf. Ook al denk je soms van niet, iedereen heeft intrinsieke motivatie, het is alleen de kunst de juiste knoppen in te drukken om dit systeem ‘aan’ te zetten en om het te versterken. De algehele motivatie bij mensen om bijvoorbeeld te bewegen is niet het één óf het ander, maar vaak een combinatie van intrinsieke en extrinsieke factoren die motivatie beïnvloeden en uiteindelijk het gedrag bepalen (en dus ook of je je goede voornemen volhoudt). Gedragsverandering gebaseerd op intrinsieke motivatie heeft als voordeel dat, ook al vallen de externe motiverende factoren weg, deze vorm van motivatie zichzelf voedt en daardoor langduriger is. Extrinsieke factoren om motivatie te bevorderen (‘na het sporten mag ik dat taartje eten’ of ‘niet bewegen is slecht voor mijn gezondheid’) kunnen we vaak makkelijker benoemen dan de factoren die intrinsieke motivatie beïnvloeden.

Welke factoren beïnvloeden je intrinsieke motivatie?

Factoren die je intrinsieke motivatie, zelfregulatie en welzijn verhogen of juist ondermijnen zijn persoonlijk, en kunnen dus sterk verschillen tussen mensen, zo schrijven onderzoekers in ieder geval [Tummers 2022, Ntoumanis 2020, Ryan & Deci 2000]. Die factoren zijn volgens de theorie wel vaak gekoppeld aan drie aangeboren psychologische behoeften van mensen:

  1. De behoefte om je competent te voelen (‘je kan het en gaat vooruit’);
  2. De behoefte aan zelfstandigheid en eigen zeggenschap (‘ik bepaal zelf hoe en wanneer ik dit doe’);
  3. De behoefte aan sociale verbondenheid met je medemensen; je maakt deel uit van een groter geheel.

Op het moment dat we met onze keuzes en gedrag in deze behoeften voorzien, dan vergroten we onze eigen motivatie en mentale gezondheid, en op het moment waar we dat niet doen, dan daalt onze motivatie en mentale gezondheid. Zo kan het maken van een dagelijkse wandeling je op alle drie de vlakken motiveren. Deze drie factoren kunnen op allerlei vlakken toegepast worden, in de gezondheidszorg voor cliënten, tijdens het sporten, of bijvoorbeeld in het onderwijs, of bij het leren van een nieuwe vaardigheid.

Hoe voorziet Fietslabyrint in deze drie psychologische behoeften om motivatie om te bewegen te vergroten?

De behoefte om je competent te voelen kun je bij cliënten bevorderen door ze, waar het kan, dingen zelf te laten doen bij het kiezen en fietsen met Fietslabyrint. Laat ze bijvoorbeeld zelf bedenken waar ze die dag naar toe willen, laat ze zelf de knoppen bedienen om een route te kiezen en bepalen wanneer te beginnen met trappen. Ook kan er opbouwend gekozen worden voor routes van verschillende duur en met geen, weinig of veel keuzemomenten en prikkels (‘ik kan dit’).

De behoefte aan autonomie kan vervuld worden door, waar het kan, cliënten de mogelijkheid te geven om zelf te gaan fietsen met Fietslabyrint. Daarnaast ondersteunt Fietslabyrint ook het gevoel van autonomie tijdens het fietsen van een route, omdat er zelf bepaald kan worden waar de fietser naar toe wil (‘ik fiets vandaag langs de bakker, of de markt, of mijn vroegere huis’). Als laatste, de behoefte aan sociale verbondenheid, kan vervuld worden door samen te fietsen met Fietslabyrint en gesprekken te voeren over wat er te zien is in beeld. Dat kan in een groep met andere bewoners om de verbintenis tussen bewoners te bevorderen en te zien waar er overeenkomsten zijn tussen mensen, of met zorgmedewerkers om het vertrouwen en de relatie tussen zorgmedewerker en cliënt te bevestigen en te versterken, of met familie en vrienden die op bezoek zijn om herinneringen op te halen aan gelukkige tijden die men samen beleefd heeft of om samen nieuwe dingen te ontdekken.